Annotatie van advocaat mr. dr. ing. Peter de Haan in het Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR 2020/110) bij ABRvS 15 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1659, inzake handhaving bij welstandsexces vanwege een appeltjesgroen huis.
Handhaving bij welstandsexces door kleur appeltjesgroen huis
mr. dr. ing. P.M.J. de Haan
De Afdeling benadrukt dat, zoals ook de rechtbank heeft opgemerkt, het in dit geval niet gaat om de vraag of de kleur van de voor- en achtergevel van de woning van (appellante) mooi of vrolijk is. Dit is immers subjectief. De Afdeling beoordeelt slechts of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de kleur van de voor- en achtergevel in ernstige mate niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Daarbij is van belang of het college zich in dit geval op de adviezen van de CRK mocht baseren en of de welstandsnota juist is toegepast. De Afdeling is van oordeel dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college de last onder bestuursdwang mocht opleggen, omdat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de kleur van de voor- en achtergevel een welstandsexces is.
Lees verder
1. Het is verfrissend dat deze uitspraak het landelijke nieuws heeft gehaald in deze tijden van de corona- en stikstofcrisis. Waar de uitspraak het overigens heeft over de kleur geelgroen, heeft de media het passender over appeltjesgroen. De benaming van de kleur is natuurlijk subjectief.
2. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het bevoegd gezag mocht handhaven wegens welstandsexces. In de welstandsnota staat namelijk als criterium dat de kleur van de woningen niet fel mag zijn. Artikel 12a lid 1, aanhef en onder b, Woningwet bepaalt dat de welstandsnota criteria moet bevatten, wanneer sprake is van een welstandsexces. Een voorbeeld waarbij een bouwwerk niet voldoet aan de welstandscriteria, maar geen sprake is van een welstandsexces betreft ABRvS 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:162, Gst. 2016/78 m.nt. F. Limpens-Cuijpers.
3. In de excessenregeling van de onderhavige welstandsnota is vermeld dat van een welstandsexces sprake is bij een onmiskenbare strijdigheid met de criteria, die ook voor niet-deskundigen duidelijk is. Een exces heeft vaak betrekking op felle kleuren, aldus de welstandsnota. Ter toelichting overweegt de Afdeling dat het niet gaat over de vraag of de kleur mooi of vrolijk is. Dat is immers subjectief, aldus de Afdeling. Het gaat erom dat het bevoegd gezag zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de kleur in ernstige mate niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Vergeet de Afdeling daarmee niet dat ook subjectief is wanneer een kleur (te) fel is?
4. De Afdeling had de subjectiviteit beter buiten beschouwing kunnen laten en zich beperken tot de overweging dat het bevoegd gezag kon uitgaan van het advies van de welstandscommissie. Te meer nu de welstandscommissie op het tegenadvies van de eigenaresse van het appeltjesgroene huis heeft gereageerd. Niet aannemelijk is gemaakt dat het advies van de welstandscommissie naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont, dat het bevoegd gezag zich niet op dit advies heeft mogen baseren. Vergelijk ABRvS 12 september 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX7117, TBR 2013/12 m.nt. S. Hillegers, r.o. 3.2.
5. Een aanschrijving wegens welstandsexces kan ook zien op vergunningvrije bouwwerken (artikel 12 lid 1, aanhef en onder b, Woningwet), zij het dat de plaatsing van dergelijke bouwwerken daarmee niet mag worden belet. De ligging en omvang van een vergunningvrij bouwwerk kunnen geen rol spelen bij de vraag of sprake is van een welstandsexces, omdat de ligging en omvang worden bepaald door de in de artikelen 2 en 3 van bijlage II Bor opgenomen voorwaarden voor vergunningvrij bouwen. Welstandscriteria kunnen aan die bouwmogelijkheden niet afdoen (ABRvS 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:856, r.o. 4.2).
6. De tot nu toe bekendste uitspraak inzake welstandsexces is ongetwijfeld de ‘Jezus redt’-uitspraak: ABRvS 14 juli 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BN1135, Gst. 2010, 77 m.nt. J.M.H.F. Teunissen. De Afdeling oordeelde daarin dat met handhaving niet allerlei aangevoerde grondrechten zijn geschonden. Het welstandsbelang vormt een reëel maatschappelijk belang. De beperking van het aanbrengen van een tekst op een dak ziet niet op de inhoud van de uiting maar enkel op de concrete vorm en omvang, aldus de Afdeling. De beperking van de grondrechten is volgens de Afdeling in die zin gering, dat aan de eigenaar in ruime mate alternatieve verkondigingwijzen ter beschikking staan, bijvoorbeeld door het aanbrengen van de boodschap in een kleiner lettertype en in een minder opvallende kleur, dan wel op een ander deel van zijn onroerend goed. Maar wanneer is een kleur te opvallend? Het beste kan het bevoegd gezag zich veilig achter een welstandscommissie verschuilen.
7. Door achterstallig onderhoud kan overigens ook een welstandsexces ontstaan. Maatregelen die zien op het herstel van achterstallig onderhoud aan de buitenzijde van het bouwwerk moeten dan echter niet verder strekken dan noodzakelijk is om het welstandsexces te beëindigen, zie ABRS 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4070, TBR 2015/10 m.nt. B. Rademaker, r.o. 3.3.
Over de auteur:
Mr. dr. ing. Peter de Haan is een gepromoveerd advocaat en gespecialiseerd in (publiek) bouwrecht, omgevingsrecht, vergunningverlening en handhaving. Peter is de eigenaar en oprichter van PDH Advocatuur.